Media somberder over effecten noodhulp dan burgers

01/07/2017, Renée Steenbergen

Niet burgers zijn somber over (nood)hulp, maar de media

De afgelopen maanden haalde noodhulp veelvuldig het nieuws, maar lang niet altijd op een positieve manier. Zo besteedde tv-programma Nieuwsuur in mei aandacht aan de honger in Zuid-Soedan, waarvoor de Samenwerkende Hulp Organisaties dit voorjaar via een tv-campagne ruim 30 miljoen euro ophaalden. De Stichting Vluchteling werd door de Nieuwsuur-ploeg per plekke gevolgd, waarbij ook een Soedanese hulpverlener aan het woord kwam die zich afvroeg of voedselpakketten wel effectief zijn, omdat ze vaak in beslag genomen worden door strijdende partijen.

Ook in twee NRC-artikelen van eind mei wordt gewezen op corrupte regeringen die dankzij ontwikkelingsgeld achterover kunnen leunen en de lokale economie die door noodhulp zou worden verstoord. Discussie over nut en wijze van hulp verlenen is zo oud als de hulpverlening zelf en is zeker nuttig. Nieuwe inzichten op grond van ervaringen in complexe landen moeten immers leiden tot bijstelling van beleid. Goede doelen zijn dikwijls huiverig voor dat debat, omdat zij vrezen dat donateurs dan vertrouwen verliezen en afhaken.

Ik vraag me af of die aanname klopt. De vele mensen die gaven voor Zuid-Soedan zullen best weten dat het lastig is om de juiste hulp bij de meest noodlijdende mensen te krijgen. Waarschijnlijk beseffen zij ook dat hun bijdrage niet direct zal leiden tot het structureel oplossen van de enorme problemen waarmee dit jonge Afrikaanse land kampt. Laten we donateurs niet onderschatten, een deel van hen is beslist goed geïnformeerd en het andere deel is goed van vertrouwen –een belangrijk gegeven- of vindt het geen optie om niets te doen.

Des te meer ergerde ik me aan een cijfer dat de NRC op 31 mei meldde, namelijk dat ‘ruim 40% van de Nederlanders niet gelooft in de effectiviteit van nood- en ontwikkelingshulp’. Als bron noemt de krant de Eurobarometer, onderzoek dat wordt gedaan in opdracht van de Europese Commissie. Wie de website van deze barometer bezoekt, vindt dit interessante onderzoek onder de noemer ‘EU citizens’ views on development, cooperation and aid’ , gepubliceerd in december 2016.

Tot mijn verbazing blijkt de conclusie van de barometer compleet anders dan die van de krant: de onderzoekers concluderen dat ‘de overgrote meerderheid van de Europese burgers (89%) denkt dat het “belangrijk is om mensen in ontwikkelingslanden te helpen”.’ En meer dan 7 van de 10 respondenten gelooft dat ‘financiële hulp een effectieve manier is om armoede aan te pakken’, terwijl een meerderheid vindt dat de ontwikkelingshulp van Europese landen gelijk moet blijven of zelfs opgevoerd moet worden. Wel concludeert het rapport dat het vertrouwen minder is geworden in Nederland, Duitsland, Roemenië, Portugal, Tsjechië en Estland.

Opvallend is dat corruptie het vaakst wordt genoemd door Nederlanders: maar liefst 78% van onze landgenoten denkt dat dit het belangrijkste obstakel is voor succesvolle hulp. In Italië –dat duidelijk méer belast wordt door de vluchtelingenstroom-  noemt ‘slechts’ 39% van de bevolking corruptie als probleem. Over één ding zijn Europeanen het behoorlijk eens met elkaar: ongeveer 50% vindt dat het aanpakken van armoede in andere werelddelen een prioriteit van de Europese Unie moet zijn (en in veel mindere mate van de nationale staten). Dat is een duidelijke boodschap richting Brussel en in overeenstemming met het Europese vluchtelingenvraagstuk.

Dat zo’n Europees (filantropisch) beleid niet eenvoudig te realiseren is, bleek op het congres Boost Philanthropy in Europe, waarover we in dit nummer verslag doen.

Concluderend tekent zich een bekend patroon af. De media brengen liever slecht dan goed nieuws en de nuancering –enerzijds, anderzijds- ontbreekt vaak. Mede daarom zet ik me er als hoofdredacteur voor in om die nuance wèl aan te brengen in het Vakblad, wetend dat niets zo manipuleerbaar is als cijfers. Want die 40% die de NRC uit het barometer-rapport deduceert, betekent dat 60% van de Nederlanders wèl -een zekere mate van- vertrouwen heeft in noodhulp. Dat zijn de mensen die wèl gegeven hebben voor Zuid-Soedan.

Lees daarom het interview met hoogleraar Gabriël van den Brink in dit nummer, die motieven van gevers en niet-gevers onderzocht en ronduit optimistisch is over de sociale waarden die Nederlanders koesteren. De meeste burgers geloven in het goede doen- zij vormen de ruggengraat van onze geefcultuur en van onze samenleving.

 

Terug