Tropenmuseum is ons British museum: houd het open!

01/06/2013,

Door Renée Steenbergen

In: NRC Handelsblad, Opinie katern 1 juni 2013

 

Een van Nederlands belangrijkste musea wordt eind dit jaar wellicht gesloten: het Tropenmuseum in Amsterdam. Het belandde in een niemandsland omdat het ministerie van buitenlandse zaken het weg wil bezuinigen, terwijl het ministerie van OCW het alleen overneemt als er geld mee komt van BZ. Intussen zwijgt de museumwereld in alle talen. De heropende musea aan het Museumplein zitten er warmpjes bij maar geven geen blijk van steun voor hun worstelende Amsterdamse collega. Ook de museumverenigingen slaan geen alarm. Het Tropenmuseum valt, als onderdeel van het Koninklijk Instituut voor de Tropen KIT,  onder de departement Ontwikkelingssamenwerking. Ook daarop wordt, net als op cultuur, zwaar bezuinigd. Vorige week kondigde het KIT aan zijn internationaal bekende wetenschappelijke bibliotheek te sluiten, eerder sneuvelde al het Tropentheater.

Iedereen die wel eens de Nederlandse grens over gaat,  verbaast zich over deze kapitaalvernietiging.
De Britse overheid investeerde fors in het Londense British Museum dat met ruim 5,5 miljoen bezoekers per jaar aantoont dat er grote belangstelling is voor niet-westerse culturen. Frankrijk opende in 2006  het nieuwe Musée du Quai Branly,  dat direct een succes werd met zijn bijna 1,5 miljoen jaarlijkse bezoekers. Het Tropenmuseum is ons British Museum en  beheert cultureel erfgoed uit alle werelddelen, met de nadruk op de voormalige kolonie Indonesië dat de ontstaansgrond van dit museum vormt.  Het  is onvervangbaar voor Nederland en Amsterdam, waar mensen met 180 verschillende nationaliteiten wonen en werken.
Ook de gemeente kan zich daarom niet afzijdig houden van de dreigende teloorgang van   dit unieke museum.  Het Tropenmuseum junior is vorig jaar bovendien uitgeroepen tot beste kindermuseum ter wereld. Het museum heeft dus de potentie om net zo succesvol te worden als zijn buitenlandse collega-musea, die aantonen dat juist deze collecties grote publieksgroepen aantrekken. Door de globalisering bezoeken immers steeds meer mensen als toerist of werknemer buiten-Europese landen en verdiepen zich in hun culturen.

Geen wonder dat het Tropenmuseum er - anders dan de reguliere (kunst)musea- in slaagt juist  publiek te trekken onder nieuwe  Nederlanders, terwijl het ook veel familiebezoek telt. Helaas wordt het al jaren veel te krap gefinancierd om deze groei verder te ontwikkelen, zoals in de omringende landen wel gebeurt. Onder het mom van bezuinigen wordt nu een kip met gouden eieren geslacht. Als er wat meer publiciteit voor wordt gemaakt, zal een aanzienlijk deel van de miljoenen toeristen die Amsterdam jaarlijks aandoen, ons British Museum zeker bezoeken.

De pech van het Tropenmuseum is, dat al zijn sterke punten de laatste jaren  in het politieke verdomhoekje zitten. Het is door populisten kortzichtig afgedaan als een ‘museum voor allochtonen’ – en waarom zou dat overheidssteun  moeten ontvangen, nietwaar?  Kunst lijkt door het vorige maar ook het huidige kabinet te zijn opgegeven. Cultuur wordt gemakzuchtig afgedaan als elitair of overbodig. Zo is het heel eenvoudig om een compleet museum, een van de oudste van Nederland bovendien, met een pennenstreek te schrappen. 
Wie denkt dat het niet zo’n vaart zal lopen: Museum Nusantara voor Indonesische kunst sloot in januari zijn deuren al – de gemeente Delft offerde het om het historische pand te kunnen verkopen. Het Rotterdamse Wereldmuseum maakte vorige week bekend 28 van zijn 35 medewerkers te ontslaan.  Veel kostbare vakkennis van de etnografische musea zal daarmee verdwijnen.  Al die bijzondere en waardevolle objecten die we ooit uit andere landen haalden en onder onze hoede namen, zullen eindigen in gesloten depots.

De ironie is, dat geld helemaal niet het probleem is. Een overheid die een vliegveld bij Lelystad wil aanleggen dat een miljard euro zal kosten, die een nieuwe schaatshal in Almere wil bouwen terwijl er al een goede in Friesland is- die kan tien miljoen per jaar voor een museum makkelijk dragen. Die overheid moet zich goed bedenken voordat hij onvervangbaar cultureel erfgoed offert dat elders zijn succes heeft bewezen.

 

Renée Steenbergen is kunsthistoricus, adviseur en verzamelaar van Zuidoost-aziatische kunst.

 

 

 

Terug